„Geschmack“: Maskulinum, männlich GeschmackMaskulinum, männlich | mannelijk m <-(e)s; Geschmäckeoder | of od; umgangssprachlich | omgangstaalumg Geschmäcker> Przegląd wszystkich tłumaczeń (Więcej szczegółów po kliknięciu/naciśnięciu tłumaczenia) smaak smaak Geschmack Geschmack Przykłady für meinen Geschmack naar mijn smaak für meinen Geschmack Geschmack finden an (Dativ | datief, 3e naamvaldat) kunnen waarderen Geschmack finden an (Dativ | datief, 3e naamvaldat) auf den Geschmack einer Sache gekommen sein de smaak van iets te pakken hebben auf den Geschmack einer Sache gekommen sein