„vier“: telwoord viertelwoord | Zahlwort num Przegląd wszystkich tłumaczeń (Więcej szczegółów po kliknięciu/naciśnięciu tłumaczenia) vier vier vier vier Przykłady met vier deuren viertürig met vier deuren in vieren delen vierteln, in vier Teile teilen in vieren delen met z’n vieren zu viert met z’n vieren „vier“: zelfstandig naamwoord vierzelfstandig naamwoord | Substantiv subst Przegląd wszystkich tłumaczeń (Więcej szczegółów po kliknięciu/naciśnięciu tłumaczenia) Vier Viervrouwelijk | Femininum, weiblich f vier vier
