strot
[strɔt]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-ten>Przegląd wszystkich tłumaczeń
(Więcej szczegółów po kliknięciu/naciśnięciu tłumaczenia)
Przykłady
- iemand de strot af-, dichtknijpen omgangstaal | umgangssprachlichumgjemandem die Kehle zudrücken omgangstaal | umgangssprachlichumg
- iets niet door zijn strot krijgen omgangstaal | umgangssprachlichumgiets | etwasetwas nicht herunterkriegen omgangstaal | umgangssprachlichumg