„spaak“: zelfstandig naamwoord spaakzelfstandig naamwoord | Substantiv subst <spaken> Przegląd wszystkich tłumaczeń (Więcej szczegółów po kliknięciu/naciśnięciu tłumaczenia) Speiche Speichevrouwelijk | Femininum, weiblich f spaak spaak Przykłady spaak lopen scheitern, sich festfahren spaak lopen een spaak in het wiel steken figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig Sand ins Getriebe streuen figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig een spaak in het wiel steken figuurlijk | figurativ, in übertragenem Sinnfig