proef
[pruˑf]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <proeven>Przegląd wszystkich tłumaczeń
(Więcej szczegółów po kliknięciu/naciśnięciu tłumaczenia)
- Probevrouwelijk | Femininum, weiblich fproefproef
- Versuchmannelijk | Maskulinum, männlich mproef natuurkunde | PhysikPHYSExperimentonzijdig | Neutrum, sächlich nproef natuurkunde | PhysikPHYSproef natuurkunde | PhysikPHYS
- Testmannelijk | Maskulinum, männlich mproefproef
Przykłady
- op proefauf ( zur) Probe, probeweise
-
- bij wijze van proef