opschieten
[ˈ-sxiˑt-]werkwoord | Verb v <zijn hulpwerkwoord zijn | Hilfsverb zn>Przegląd wszystkich tłumaczeń
(Więcej szczegółów po kliknięciu/naciśnięciu tłumaczenia)
- vorangehen, vorankommen, vorwärtskommenopschietenopschieten
- sich beeilenopschietenopschieten
- aufwachsenopschietenopschieten
Przykłady
-
- schiet op!mach schnell!
- dat schiet (ook) niet op! omgangstaal | umgangssprachlichumgdas bringt es ja (auch) nicht! omgangstaal | umgangssprachlichumg