„nieuwigheid“: zelfstandig naamwoord nieuwigheid [ˈ-əxɛĭt]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst <-heden> Przegląd wszystkich tłumaczeń (Więcej szczegółów po kliknięciu/naciśnięciu tłumaczenia) Neuheit, Neuerung Neuheitvrouwelijk | Femininum, weiblich f nieuwigheid nieuwigheid Neuerungvrouwelijk | Femininum, weiblich f nieuwigheid nieuwigheid