„nattigheid“: zelfstandig naamwoord nattigheid [ˈnɑtəxɛĭt]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Przegląd wszystkich tłumaczeń (Więcej szczegółów po kliknięciu/naciśnięciu tłumaczenia) Nässe, Feuchtigkeit Nässevrouwelijk | Femininum, weiblich f nattigheid Feuchtigkeitvrouwelijk | Femininum, weiblich f nattigheid nattigheid Przykłady nattigheid voelen omgangstaal | umgangssprachlichumg Unrat wittern omgangstaal | umgangssprachlichumg nattigheid voelen omgangstaal | umgangssprachlichumg