„koesteren“: werkwoord koesteren [ˈkuˑstərə(n)]werkwoord | Verb v Przegląd wszystkich tłumaczeń (Więcej szczegółów po kliknięciu/naciśnięciu tłumaczenia) wärmen, hegen, pflegen wärmen koesteren koesteren hegen, pflegen koesteren koesteren Przykłady zich in de zon koesteren sich in der Sonne wärmen, sich sonnen zich in de zon koesteren hoop (wrok) koesteren Hoffnungvrouwelijk | Femininum, weiblich f (Grollmannelijk | Maskulinum, männlich m) hegen hoop (wrok) koesteren het voornemen koesteren die Absicht haben, beabsichtigen het voornemen koesteren