„knaak“: zelfstandig naamwoord knaakzelfstandig naamwoord | Substantiv subst <knaken> omgangstaal | umgangssprachlichumg Przegląd wszystkich tłumaczeń (Więcej szczegółów po kliknięciu/naciśnięciu tłumaczenia) Zweieinhalbguldenmünze Zweieinhalbguldenmünzevrouwelijk | Femininum, weiblich f knaak geschiedkundig | GeschichteHIST knaak geschiedkundig | GeschichteHIST