„hebzucht“: zelfstandig naamwoord hebzucht [ˈ-sɵxt]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst Przegląd wszystkich tłumaczeń (Więcej szczegółów po kliknięciu/naciśnięciu tłumaczenia) Habsucht, Hab-, Raffgier Habsuchtvrouwelijk | Femininum, weiblich f hebzucht Hab-, Raffgiervrouwelijk | Femininum, weiblich f hebzucht hebzucht