„greep“: zelfstandig naamwoord greepzelfstandig naamwoord | Substantiv subst <grepen> Przegląd wszystkich tłumaczeń (Więcej szczegółów po kliknięciu/naciśnięciu tłumaczenia) Griff, Hand voll, Portion Griffmannelijk | Maskulinum, männlich m greep greep Handvrouwelijk | Femininum, weiblich f voll, Portionvrouwelijk | Femininum, weiblich f greep greep Przykłady God zegene de greep! omgangstaal | umgangssprachlichumg Augenonzijdig meervoud | Neutrum Plural npl zu und durch! omgangstaal | umgangssprachlichumg God zegene de greep! omgangstaal | umgangssprachlichumg greep krijgen op iets iets | etwasetwas in den Griff bekommen greep krijgen op iets
„greep“: onvoltooid verleden tijd greeponvoltooid verleden tijd | Imperfekt impf Przegląd wszystkich tłumaczeń (Więcej szczegółów po kliknięciu/naciśnięciu tłumaczenia) greep → zobaczyć „grijpen“ greep → zobaczyć „grijpen“