„gauwigheid“: zelfstandig naamwoord gauwigheid [ˈɣ̊ɑŭəxɛĭt]zelfstandig naamwoord | Substantiv subst, gauwte Przegląd wszystkich tłumaczeń (Więcej szczegółów po kliknięciu/naciśnięciu tłumaczenia) Eile, Hast Eilevrouwelijk | Femininum, weiblich f gauwigheid Hastvrouwelijk | Femininum, weiblich f gauwigheid gauwigheid Przykłady in (of | oderod met) de gauwigheid in der Eile in (of | oderod met) de gauwigheid in (of | oderod met) de gauwigheid omgangstaal | umgangssprachlichumg auf die Schnelle omgangstaal | umgangssprachlichumg in (of | oderod met) de gauwigheid omgangstaal | umgangssprachlichumg