„aanspreekbaar“: bijvoeglijk naamwoord aanspreekbaar [-ˈspreːg-]bijvoeglijk naamwoord | Adjektiv adj Przegląd wszystkich tłumaczeń (Więcej szczegółów po kliknięciu/naciśnięciu tłumaczenia) ansprechbar ansprechbar aanspreekbaar aanspreekbaar