Słowa w niderlandzkim zaczynające się na A – afzoeken ... akoestisch
- afzoeken
- afzoenen
- afzonderen
- afzondering
- afzonderlijk
- afzuigen
- afzuigkap
- afzwaaien
- afzwakken
- afzwemmen
- afzwenken
- afzweren
- agenda
- agenderen
- agent
- agente
- agentschap
- ageren
- agglomeratie
- agitatie
- agrarisch
- agrariër
- agressie
- agressief
- agronoom
- ai!
- aids
- aids-patiënt
- aids-patiënte
- air
- airconditioned
- airconditioning
- AIVD
- ajakkes!
- ajuin
- akelig
- Aken
- Akens
- akkefietje
- akker
- akkerbouw
- akkerland
- akkoord
- akkoordverklaring
- akoestiek
- akoestisch