Słowa w niderlandzkim zaczynające się na A – afsjouwen ... afstellen
- afsjouwen
- afslaan
- afslachten
- afslag
- afslanken
- afslepen
- afslijten
- afsloven
- afsluitbaar
- afsluitdijk
- afsluitdop
- afsluiten
- afsluiter
- afsluiting
- afsmeken
- afsmijten
- afsnauwen
- afsnijden
- afsnoepen
- afsoppen
- afspanning
- afspeellijst
- afspelden
- afspelen
- afspiegelen
- afsplijten
- afsplitsen
- afspoelen
- afspraak
- afspraakje
- afspreken
- afspringen
- afspuiten
- afstaan
- afstammeling
- afstammen
- afstamming
- afstand
- afstandelijk
- afstandsbediening
- afstandsbesturing
- afstandsmeter
- afstappen
- afsteken
- afstel
- afstellen